Bomen, bron van boosheid bij buren

01-02-2016 door Jilles van Zinderen

Bomen, bron van boosheid bij buren

Wat mag wel en wat mag niet bij conflicten over bomen?

Ongeveer 2% van alle uitspraken van rechters in Nederland wordt gepubliceerd op de website www.rechtspraak.nl. De rechtbanken bepalen zelf welke vonnissen op het internet komen. Zij selecteren de vonnissen en proberen daarmee een representatief beeld van de Nederlandse rechtspraak te geven. Helemaal duidelijk zijn de selectiecriteria niet; het blijft soms onduidelijk waarom de ene uitspraak wel en de andere niet gepubliceerd wordt. Waarschijnlijk heeft het in sommige gevallen te maken met de nieuwswaarde. Ook kan het zijn dat een uitspraak interessant is omdat deze afwijkt van eerdere uitspraken in vergelijkbare gevallen.
Als advocaat, gespecialiseerd in conflicten over bomen, zie ik in mijn dossiers vonnissen voorbijkomen die niet gepubliceerd worden, maar toch de moeite van het vermelden waard zijn. Twee hiervan behandel ik in dit artikel.

Overlast

In het zuiden van ons land woont een bejaard echtpaar al meer dan 35 jaar in een mooie vrijstaande woning aan de rand van een bos. Niet alleen achter hun tuin, maar ook op hun eigen perceel staan vele grote bomen, waaronder eiken van meer dan 100 jaar oud.
Naast dit bejaarde echtpaar kwam korte tijd later een wat jonger echtpaar wonen, ook met een achtertuin tegen de bosrand. Op hun perceel staan nauwelijks (meer) bomen. Aan de voorzijde van beide percelen loopt de openbare weg. Tussen de percelen van de partijen en de openbare weg staat ook nog een rij bomen.

Na daar meer dan 25 jaar te hebben gewoond, begon het jongere echtpaar te klagen over de overlast die zij ondervonden van de vier 100 jaar oude eiken langs de erfgrens tussen beide percelen. Deze hielden inderdaad behoorlijk wat zonlicht tegen. In de winter kwam de zon niet eens boven de eiken uit. Ook kwam er veel afval uit de bomen. Elke herfst werden er kruiwagens vol blad, eikels en takken van het gazon gehaald; een gazon dat door de schaduw meer uit mos dan uit gras bestond. Weliswaar werd er na de eerste klacht regelmatig gesnoeid, maar dat was in de ogen van het jongere echtpaar niet voldoende. Vier van de eiken moesten weg, althans er moest een groot deel van de bovenkant af. Toen het oudere echtpaar aangaf de bomen te willen behouden, werd er vrijwel meteen een advocaat ingeschakeld.
De advocaat van het jongere echtpaar stelde dat de vier eiken van het oudere echtpaar te dicht op de erfgrens stonden. De afstand die bomen in het algemeen minimaal tot de erfgrens moeten hebben, staat vermeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek (BW): twee meter. Als die vier eiken zouden worden verwijderd, zou dat meteen een einde maken aan de onrechtmatige overlast die zijn cliënten stelden te ondervinden. Onrechtmatige overlast staat omschreven in artikel 5:37 BW.
Het oudere echtpaar nam ook een advocaat in de arm. Die wees de klagende buren erop dat de bomen al zo oud waren, dat hun recht om verwijdering te kunnen eisen al heel lang geleden was verjaard. Dat gebeurt namelijk na het verstrijken van twintig jaren. Verder vond het oudere echtpaar dat de bomen er al stonden toen het jongere echtpaar er kwam wonen en dat ze deze overlast dus konden voorzien. Als je bij aankoop van een huis overlast kunt voorzien, dan heb je meer overlast te accepteren, aldus het oudere echtpaar. Het jongere echtpaar weigerde dit te accepteren en legde de zaak voor aan de rechter.
De rechter bezocht de tuin en oordeelde (meer dan een jaar later!) dat de algehele verwijdering niet meer kon worden gevorderd, omdat er meer dan twintig jaren waren verstreken. Over de overlast bepaalde hij het volgende. Er bestaat geen algemeen recht op zonlicht. Dat er door de bomen minder licht in de tuin komt, is een feit, maar het weghalen van deze vier bomen zou daar geen einde aan maken, nu achter die eiken nog andere hogere bomen stonden. Ook stonden er achter en voor hun perceel nog hoge bomen. Kap zou niet leiden tot een aanzienlijke verbetering. Met al die bomen rondom het perceel van het jongere echtpaar, kon ook niet volgehouden worden dat al het boomafval in hun tuin van deze vier eiken kwam. Verder vond de rechter ook meewegen dat de bomen al zeer groot waren toen zij hun huis kochten. De overlast was te voorzien en dus hadden zij meer overlast te accepteren dan normaal gesproken.
De gehele vordering van het jongere echtpaar werd afgewezen en ze mochten het oudere echtpaar een flinke proceskostenvergoeding betalen.

Overhangende takken

In een ander geval, in het westen van ons land, legde de boze buur de zaak juist niet voor aan de rechter, maar greep zij zelf in. Er stond een 80 jaar oude grove den praktisch op haar erfgrens, waardoor bijna de helft van de kroon boven haar tuin hing. De boze buur schakelde haar rechtsbijstandsverzekering in. Die sommeerde de boomeigenaar om alle overhangende takken binnen zes weken te verwijderen. Als ze er daarna nog hingen, zou de boze buur de takken zelf laten verwijderen, zo waarschuwde deze. In artikel 5:44 BW staat het recht om ook om andermans overhangende takken af te zagen omschreven. Na enig corresponderen over en weer gaf de eigenaar van de den aan dat hij zelf de overhangende takken maximaal zou laten snoeien, maar wel met behoud van de habitus, levensduur en stabiliteit. Er was al een afspraak met een hovenier gemaakt; de snoei zou plaatsvinden na zijn vakantie in Frankrijk.
Eenmaal in Frankrijk ontving de eigenaar een e-mail, waarin de boze buur aangaf niet te zullen wachten. Toen de eigenaar terugkwam in Nederland, bleken werkelijk alle overhangende takken afgezaagd te zijn en was bijna de helft van de kroon verwijderd. Wat resteerde was een gehalveerde, lelijke boom. Het snoeiwerk was weliswaar vakkundig uitgevoerd, maar toch.
Nadat een taxatie was uitgevoerd door een NVTB-taxateur, bleek de schade €4.036,- te bedragen. De boze buur werd gesommeerd deze schade, de rapportkosten en de buitengerechtelijke kosten voor de advocaat te vergoeden. Zij wilde daarop vergoeding van de kosten die ze had gemaakt voor de snoeiwerkzaamheden. Ook werd er nog schadevergoeding geclaimd voor een vermeende verstopping van het riool. Die zou door de den zijn veroorzaakt. De partijen kwamen er niet uit en daarom werd ook dit geschil voorgelegd aan de rechter.
In deze zaak hoefde de rechter niet eens zelf de boom te bekijken om te zien dat de boze buur te ver was gegaan met de snoei. Weliswaar mocht zij onder voorwaarden overhangende takken snoeien en had ze aan die voorwaarden voldaan, maar het amputeren van zo’n groot deel van de kroon is misbruik van bevoegdheid (3:13 BW) en dus onrechtmatig. De schade moest integraal worden vergoed, en van de tegenclaim bleef weinig over. Nu de snoei onrechtmatig was, had de boze buur geen recht op vergoeding van die kosten, en ze had ook niet bewezen dat de schade aan het riool door de den was veroorzaakt.

Schrale troost

Uit beide uitspraken komt naar voren dat buren zich nog weleens laten verblinden door boosheid en de redelijkheid uit het oog verliezen. Weliswaar geeft de wet soms rechten die tegemoetkomen aan de belangen van deze boze buren, maar in veel gevallen worden de boom en de boomeigenaar beschermd. In de hier behandelde kwestie werden ze beschermd door het gezonde verstand van de rechter. Voor de den was het leed helaas al geleden; de schadevergoeding was slechts een schrale troost voor de eigenaar.

http://edepot.wur.nl/380589

DIRECT CONTACT
HAUT Legal & Tax
Hooghiemstraplein 167
3514 AZ Utrecht NL
 
030-2718844
jilles@hautlegal.nl